Kemi moet van zijn moeder een week naar een vakantiekamp in het bos. Hij houdt alleen van bomen als kast, wijst de natuur af en dat bijna alle kinderen uit zijn klas meegaan, kan hem niets schelen. Ondanks protesten van muggenhater Kemi duldt zijn moeder geen discussie. Omdat niemand bij hem in de kamer wil slapen, wordt hij bij een ander buitenbeentje, Jurg, ingedeeld. Met hem wil bijna niemand iets te maken hebben, op school niet en niet tijdens dit kamp. Sterker nog, bully Marko en de tweeling Dresjke zoeken Jurg steeds op en tarten hem buiten het zicht van de kampleiders die meer met zichzelf bezig lijken te zijn dan met de kinderen. Hoe kan Kemi Jurg beschermen zonder dat hij zelf het nieuwe mikpunt van pesterijen wordt en waarom duikt toch steeds die wolf op in zijn dromen?